wij helpen u het
hoofd koel te houden

Van alle manieren om een gebouw te koelen, is koeling op basis van water zeker een van de meest duurzame manieren. Het is ook een efficiënt alternatief voor F-gaskoelsystemen.

Water is natuurlijk en een systeem op waterbasis verbruikt veel minder energie. Dit komt deels doordat water een hoge soortelijke warmte heeft en veel energie per volume-eenheid kan opslaan. Water is bovendien veilig en beheersbaar.

Een watergedragen koelsysteem kan functioneren via zowel passieve als actieve koeling. Passieve of natuurlijke koeling is duurzamer dan actieve koeling, vooral omdat er weinig tot geen energieverbruik voor nodig is. Toch is actieve koeling soms onvermijdelijk.

Een ander voordeel van een watergedragen koelsysteem is dat een installateur niet gecertificeerd hoeft te zijn om een dergelijk koelsysteem te installeren en te onderhouden. Voor systemen die werken op basis van synthetische en natuurlijke
koudemiddelen geldt het tegenovergestelde.

Ook het aanpassen van het systeem is eenvoudig door de decentrale bediening. De installateur kan het systeem met aansluitingen eenvoudig uitbreiden of verkleinen, zowel tijdens als na het bouwproces. Bij een DX-systeem is dat radicaler en ingewikkelder.

Bovendien heeft een watergedragen koelsysteem, mits van de juiste kwaliiteit, een veel langere levensduur. Watergebaseerde koelsystemen zijn toekomstgerichte oplossingen om de uitdaging van oververhitting aan te gaan. Elk systeem bevat een leidingnetwerk (distributie) en een afgiftesysteem.

Watergedragen koelsystemen werken anders dan verwarmingssystemen. Daarom kunnen speciale maatregelen nodig zijn om condensatie en gasvorming te voorkomen.

Door afkoeling kan er condens ontstaan op de koude leidingen. Hierdoor vermindert de isolatie en kan er nog meer vocht neerslaan. Normaal gesproken is een watertemperatuur van 16 °C (het dauwpunt) voldoende om condensatie op de vloerverwarmingsleidingen te voorkomen. Het dauwpunt is mede afhankelijk van de relatieve vochtigheid (RV) bij een bepaalde temperatuur. Bij een bepaalde temperatuur wordt de RV lager, waardoor het dauwpunt ook lager zal zijn. Maar bij extreme hitte en/of hoge luchtvochtigheid kan het dauwpunt ook hoger liggen. Dampdichte isolatie van de (toevoer)leidingen kan condensatie (en corrosie) voorkomen. Er is minder warmteverlies (condensatie heeft invloed op de warmte) en het koelsysteem hoeft minder hard te werken.

Systemen met lage temperaturen zijn kwetsbaar voor ingesloten lucht, die uiteindelijk corrosie en biofilm kan veroorzaken. Hierdoor werken de systemen niet meer optimaal. Conventionele luchtafscheiders zijn inefficiënt bij lage temperaturen. Voor een effectieve luchtscheiding is het noodzakelijk een vacuümontgasser te gebruiken.

Passieve koeling kan op verschillende manieren. Te beginnen met het voorkomen van het binnendringen van warmte (bijvoorbeeld door zonwering) of het afvoeren van warmte (bijvoorbeeld door middel van nachtventilatie of mediterrane koeling).

Daarnaast is passieve koeling mogelijk met grond/water-warmtepompen. De lage temperatuur van de bodem (bodem/water warmtepomp) of van het grondwater (water/water warmtepomp) wordt via leidingen van de vloerverwarming of lage temperatuur (LT) convectoren rondgepompt om het gebouw te koelen. Via de warmtewisselaar wordt warmte onttrokken aan (het verwarmingswater van) het gebouw en opgeslagen in de bodem of het grondwater. Bij passieve koeling werkt alleen de circulatiepomp en blijft de compressor uitgeschakeld.

Bij actieve koeling is de warmtepomp volledig operationeel, maar is de werking omgekeerd ten opzichte van het verwarmingsproces om het gebouw te koelen. Actieve koeling is mogelijk met twee soorten warmtepompen:

• een lucht/lucht-warmtepomp
• een lucht/water-warmtepomp.

Een lucht/lucht-warmtepomp is een split-unit voor airconditioning. De binnenunit onttrekt warmte en geeft deze met behulp van een koelmiddel door aan de buitenunit. Een airco-unit met meerdere binnenunits (multi-split) heeft per binnenunit een individueel leidingcircuit. Om hele gebouwen te koelen kunt u kiezen voor een VRF (Variable Refrigerant Flow) systeem, bestaande uit één of meerdere buitenunits en meerdere binnenunits die op één leidingcircuit draaien. Met één VRF-systeem kunt u dus meerdere ruimtes verwarmen en/of koelen.

Een lucht/water-warmtepomp koelt het water af en pompt dit door de leidingen van de vloerverwarming of LT-radiatoren zodat warmte aan de binnenlucht wordt onttrokken. Die warmte wordt via de buitenunit afgegeven aan de buitenlucht. Om die binnenwarmte af te voeren naar warmere buitenlucht, moet de warmtepomp een compressor hebben. Bij actieve koeling zijn zowel de circulatiepomp als de compressor actief en verbruik je meer stroom dan bij een passieve koeling warmtepomp.